Wir schaffen das

Zou Geert Wilders glimmen van trots als hij een filmpje zag van de raadsvergadering van Hardenberg van afgelopen dinsdag? Of zou hij zijn hoofd schudden omdat hij het maar slappe hap vond?

Heel slim hadden alle 9 fracties gezamenlijk een lijstje met 14 vragen opgesteld voor de burgemeester over de geplande crisisopvang in Schuinesloot en Loozen. Ze wisten dat de publieke tribune vol zou zitten met mensen die dezelfde vragen hadden en door de burgemeester te laten antwoorden op hun vragen zouden de inwoners van Schuinesloot en Loozen meteen worden bediend. Er werd onder meer gevraagd voor welke groepen crisisopvang bestemd is, welke verplichtingen Hardenberg heeft, of het college ook oog heeft voor draagvlak binnen de gemeente Hardenberg en waarom de keus is gevallen op Schuinesloot (Oekraïners) en Loozen (asielzoekers).

Die publieke tribune gedroeg zich overigens een beetje intimiderend. Toen ‘hun’ insprekers aan het woord waren gingen ze massaal staan en applaudisseerden ze toen die klaar waren. Overigens ook toen VVD-raadslid Bert Gelling vertelde dat hij (en waarschijnlijk alle raadsleden) de locatie in Schuinesloot niet geschikt vindt. Even later legde hij uit dat dit gold voor alle locaties (ook ING-kantoor in Hardenberg en leegstaande school in Dedemsvaart), maar die nuance werd niet meer opgepikt door de bezoekers en evenmin door de media. Allemaal slechte locaties, maar er moest snel gehandeld worden en bovendien kan niet verwacht worden dat asielzoekers wonen zoals wij wonen. Ook niet in het azc, zei burgemeester Offinga, maar dat verwachten de vluchtelingen ook niet.

Om even op de mensen op de publieke tribune terug te komen: dit was nou de derde keer dat bezoekers gingen staan en ook applaudisseerden. Misschien kan aan het begin van een vergadering meteen gezegd worden dat ze moeten blijven zitten en dat de raadszaal geen theater is, anders gaat het van kwaad tot erger. En dan ook even duidelijk maken dat snikkende insprekers (ook voor de derde achtereenvolgende keer!) met hun emotionele verhalen wel op sympathie kunnen rekenen maar niet veel bijdragen aan een zakelijke afweging.

Bert Gelling was trouwens wel veel aan het woord. Hij vond dat de burgemeester ook eens een keer zou moeten zeggen: genoeg is genoeg. Hardenberg vangt al veel vluchtelingen op en er mag ook wel eens rekening worden gehouden met de eigen bevolking. Een beetje vreemde opmerking, want het azc in Heemserveen is van een heel andere orde dan de crisisopvang. Bovendien hebben mensen in Schuinesloot en Loozen alleen vanwege de afstand al geen last of gemak van vluchtelingen in het azc.

Gelling werd gesteund door Piet-Cees van der Wel van Doen’22. Hardenberg is kampioen vluchtelingenopvang, zei hij, zodat de burgemeester zijn collega’s maar eens duidelijk moet maken dat omliggende gemeenten als Ommen en Twenterand ook hun taak moeten doen.
Even voor de duidelijkheid: Ommen (wat inwoners betreft bijna 4x zo klein als Hardenberg) had of heeft crisisopvang in sporthal De Slagen, in de Imminkhoeve in Lemele, in het gemeentehuis en in hotel Paping. En Twenterand (de helft van Hardenberg) had of heeft opvang in Het Punt in Vroomshoop, 108 Oekraïners in Westerhaar, 40 in particuliere opvang en binnenkort in nieuw te bouwen flexwoningen. Het is misschien verstandig om je als raadslid een beetje beter voor te bereiden, zodat je weet waarover je praat.

Waar Gelling en Van der Wel naar verhouding te veel hun mond opendeden, hadden anderen juist hun mond moeten opentrekken. In elk geval toen een inspreker uit Schuinesloot de opmerking maakte dat de hele opvangsituatie ‘geld-gestuurd’ was, met andere woorden: de gemeente laat zich leiden door het geld dat van het Rijk wordt gekregen voor de opvang van de Oekraïners. Een opmerking die meteen bestreden had moeten worden, maar wellicht waren die staande Schuinesloters in de nek van de raadsleden toch te intimiderend.

Hoe dan ook: Schuinesloot krijgt zijn opvang, mogelijkerwijs met wat minder Oekraïners dan eerst vermeld. En samen met Radewijk en De Krim (ook leegstaande scholen) kan het dorp zich misschien alvast voorbereiden op de vraag hoe je vluchtelingen het beste kunt helpen. Want je wilt toch niet dat jouw dorp voortdurend in het rijtje met Albergen en Someren wordt genoemd.